5. | Maria de Boer was born on 24 Oct 1838 in Schokland; was christened in Schokland; died on 23 Sep 1923 in Grave,NB,NLD. Notes:
Doopgetuige 1838 van Maria: Joanna Gerritsen Bien.
Op 8-10-1859 werd in Kampen het volgende proces-verbaal opgemaakt.
"Naar aanleiding van een bij missive van den Ed. Achtb. Heer Officier van Justitie bij de Arrondissements-Regtbank te Zwolle, de dato gisteren, no. 1336, ten fine van nader onderzoek in onze handen gesteld proces verbaal met daartoe behorende bijlagen, opgemaakt door den Heer Kantonregter te Vollenhove, ter zake van het door Johanna Elisabeth Roobaard, vrouw van Johannes Philippus Beens, woonachtig te Vollenhove, in het begin der maand Julij dezes jaars verliezen van eenen gouden speld, die door zekere Maria Abe de Boer zou zijn gevonden en te Blokzijl bij den koopman Samson Gokkes verkocht, hebben wij Commissaris van policie der Stad Kampen op heden den achtsten October 1859 de bovenste meid doen opsporen en voor ons geleiden, welke ons op onze vragen heeft opgegeven genaamd te zijn Maria Alberts de Boer, bijgenaamd de Medemblikkes, geboren op Schokland den ... October 1838, van beroep dienstbode bij den bakker Meuleman alhier ter stede; dat zij sedert ongeveer vier weken te dezer stede woont en met haar ouders sedert het ontruimen van Schokland te Vollenhove heeft verblijf gehouden.
Haar gevraagd hebbende of het eene waarheid is dat zij voor eenigen tijd geleden een gouden speld heeft gevonden en zoo ja, of zij ons dan hier omtrent eens nadere bijzonderheden wil mededeelen, zegt ja, dat zij den juisten tijd wel niet weet, maar zich toch zeer goed weet te herinneren dat het geweest is op den eersten zondag nadat zij met hare ouders in Vollenhove is komen wonen; dat zij op dien Zondag omstreeks zes uren geheel alleen door Vollenhove heeft geloopen, ten einde hare moeder op te zoeken die de woning verlaten had; dat zij in Vollenhove geheel onbekend zijnde, een lange straat inliep die zij later hoorde dat de Kerkstraat werd genaamd, en voor dat zij haar moeder vond, in het zand vond liggen eene ovaal ronde vrij groote uitgewerkte gouden doekspeld; dat zij die speld heeft opgenomen en bij haar tehuiskomst aan hare ouders heeft laten zien, zijnde haar moeder inmiddels reeds tehuis gekomen, waarop hare ouders haar hebben aangezegd de speld te bewaren tot dat zich de eigenaar mocht opdoen; dat zij dan ook dien speld eenen geruimen tijd, mogelijk wel drie maanden, in haar bezit heeft gehad, zonder dat zich een eigenaar opdeed; dat op zekeren tijd een haar onbekenden Jodenkoopman, die zoo als zij meent te Blokzijl of te Kuinre woont, maar hij nu alle dagen zijne waren te Vollenhove vendt, aan hare woning is gekomen om zijne ellewaren te koop aan te bieden; dat zij aan dien Jood de speld heeft laten zien en gevraagd wat die waard was, dat deze haar eerst zes guldens aanbood, maar hij haar daarna acht gulden voor den speld heeft ter hand gesteld; dat bij dien aankoop hare moeder is tegenwoordig was, en dat zij dit geld aan hare moeder heeft in bewaring gegeven, die dit dan ook tot nu toe ongebruikt heeft laten liggen.
Haar gevraagd of zij niet heeft gehoord dat door den omroeper te Vollenhove het verliezen van eene gouden speld indertijd omgeroepen geworden, zegt; neen, dat zij dit niet gehoord heeft.
Haar eindelijk nog gevraagd hebbende of zij aan niemand heeft verteld, dat zij op de straat in voege voorschreven een gouden speld gevonden heeft, zegt: ja, dat zij dit heeft laten weten aan haar broeders vrouw, die naast haar woont, en dit ook nog wel aan een paar andere menschen heeft verteld, doch dat zij te Vollenhove geheel onbekend zijnde, ook die menschen niet kent.
En heeft zij na voorlezing hierbij volhard, doch verklaart niet te kunnen schrijven, en ons noch te hebben verklaard dat zij niet heeft geweten, zich die gevonden speld niet te mogen toeeigenen, noch ook dat zij van dit vinden aangifte had moeten doen, en dat zij alzoo volkomen bereid is om wanneer de Jodenkoopman haar de speld kan terugbezorgen, hem alsdan het ontvangen geld terug te geven, en alsdan terstond de speld aan de eigenaresse, zoo die bekend mogte zijn, zal ter hand stellen.
Van wel een en ander door ons op den eed bij den aanvang onzer bediening afgelegd, het tegenwoordig proces verbaal is opgemaakt, hetwelk wij hebben gesloten en geteekend ten dage als het laatste in deze is vermeld.
De Commissaris voorn. (get.) J. Donk Jr."
(Gemeente-archief Kampen, processen verbaal, inv. 171, nr. 108)
Marie de Boer, een klein vrouwtje, was op het eind van haar leven niet meer wel bij haar verstand. Op 18-4-1922 ging ze daarom naar het krankzinnigengesticht in Grave, waar ze overleden en begraven is.
Volgens haar overlijdensakte was Maria de Boer 84 jaar oud, zonder beroep, geboren op Schokland, wonende te Grave, gehuwd met Cornelis Grootjen, dochter van Albert Tijmens de Boer en Jannetje Jansen Klappe. Aangifte werd gedaan door de 55-jarige bode Bernardus Melchior van Zadelhof, en de 72-jarige gemeentebode Willem van Goor, beiden wonende in Grave.
Notes:
Zij woonden in Kampen:
- Brunnepe, wijk 5, nr. 145 (periode 1860/1870).
- Brunnepe, wijk 5, nr. 254 (1868).
- Brunnepe, wijk 5, nr. 384 (1877).
- Buiten Nieuwstraat nr. 46.
- Plein nr. 14.
Children:
- Johanna Grootjen was born on 27 Oct 1862 in Kampen; died on 15 Sep 1863 in Kampen.
- Albertus Grootjen was born on 13 Oct 1865 in Kampen; died on 6 Jan 1955 in Warnsveld; was buried on 10 Jan 1955 in IJsselmuiden.
- Johanna Grootjen was born on 29 Sep 1868 in Kampen; died on 17 Jun 1914 in Kampen.
- Dirk Grootjen was born on 9 Feb 1871 in Kampen; died on 22 Aug 1947 in Wormerveer.
- Tiemen Grootjen was born on 3 Jul 1873 in Kampen; died on 23 Mar 1953 in Kampen.
- Klasina Grootjen was born on 19 Feb 1876 in Kampen; died on 4 Mar 1953 in Wormerveer; was buried on 7 Mar 1953 in Wormerveer.
- 2. Jan Grootjen was born on 7 Oct 1877 in Kampen; died on 8 Oct 1938 in Amsterdam.
|
|