4. | Dirk Willems Veer was christened on 2 Jul 1802 in Kampen (son of Willem Dircks Veer and Maria Schaanekamp); died on 4 Jul 1866 in Kampen. Notes:
Doopboek Paterskerk: "2 Julii - Bapt. e. Theodorus filius leg. Wilhelmi van Emmelort et Mariae Schaanekamp. Suscepit Henrica Schaanekamp." Later is de naam Van Emmeloort doorgehaald en gewijzigd in Veer.
Dirk Willems, zijn broer Bernardus en hun vader Willem Dirks van Emmeloord namen op 12-12-1811 de familienaam Veer aan.
In 1820 werd Dirk vrijgesteld van de Nationale Militie (lichting 1821), omdat hij dan enige zoon is. Zijn signalement luidde: Lengte 1 el 669 strepen (= 166,9 cm), aangezicht langwerpig, voorhoofd rond, ogen blauw, neus dik en plat, mond ordinair, kin rond, haar blond, wenkbrauwen idem. Als beroep werd genoteerd: schipper.
In 1825 was hij schippersknecht bij dhr. C.J. Mulder, die in het bezit was van een "lustjagt". Tijdens de watersnood van 1825 hebben Mulder en Dirk Veer "met het schip een menigte mensen gered en een nog talrijker schare verzorgd." Dirk werd op de Soci?teit Vrede best daarvoor gehuldigd met enige toepasselijke dichtregels, waarna hij een zilveren tabaksdoos aangeboden kreeg. Zijn baas kreeg enkele maanden later een gouden medaille van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen. Omdat Dirk al gehuldigd was, kreeg hij nu geen medaille, hoewel uit het onderzoek door deze Maatschappij bleek dat hij er eigenlijk ook recht op had. Men vond dat Dirk "van een bij uitstek braaf gedrag en karakter" was.
Een krantenbericht meldde hierover:
Kampen, den 5den Maart. De Heer Cornelis Jacobus Mulder alhier, welke door zijn menschlievend gedrag, betoond in den storm van den 4den en 5den februari jl. en volgende dagen, zich den dank van alle weldenkenden heeft waardig gemaakt, zoude in zijn edel pogen welligt minder gelukkig zijn geslaagd, zonder den trouwsten bijstand van zijnen knecht Dirk Veer, welke onvermoeid ook het mogelijke heeft aangewend om het leven van ongelukkigen te redden, of derzelver lot te verzachten. De leden der Soci?teit Vrede best alhier, ten dezen van dankbaarheid doordrongen, en hiervan gaarne een bewijs willende geven, noodigden tot dat einde genoemden Jongeling op den avond van den 3den dezer in hun midden, wanneer een der leden hem onder toespraak van eenige toepasselijke dichtregelen, eene fraai gewerkte zilveren Tabaks-doos uitreikte, in welker deksel gegraveerd staat: De Soci?teit Vrede best te Kampen, aan Dirk Veer, voor betoonden ijver in het redden van menschen, in den Storm en Watervloed van den 4den en 5den Februarij 1825.
Na zijn huwelijk in 1828 woonde het gezin aan boord. Pas in 1836 kocht Dirk Veer het huis Oudestraat 279, wijk 4, voor f. 900, waar hij tot zijn dood zou blijven wonen. Dirk leende hiervoor f. 600 van de weduwe van dhr. Last (die kolonelcommandant was van 's Lands Etablissementen aan de kust van Guinea), tegen 5% rente met als onderpand het huis. Huisnummers van het bewuste huis op de Oudestraat in de volgende periodes: 1807-1859: 279 W4; 1859-1869: 471 W4; 1869-1879: 526 W4; 1879-1889: 594 W4; heden (1994): 204. Op 15-2-1850 leende Dirk opnieuw f 600 van haar, en op 3-9-1861 nog eens f. 1000, beide malen met het huis als onderpand.
In 1830 komt hij voor in de boeken van de Turfcommissie van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen, waarvoor hij als schipper aardappelen heeft vervoerd.
In 1840 stond Dirk Veer op de lijst van ingezetenen van de stad Kampen als schipper "binnen gezegde stad hunne eenige of voorname huisvesting houdend."
Dirk Willems Veer werd in 1843 lid van het Sint Annen- of Schippersgilde der Stadt Campen. In de jaren 1842-1845 werd hij als turfschipper vermeld, o.a. in de boeken van het St. Annen- of Schippersfonds, toen hij leverancier van turf was.
Dirk en zijn oudste zoon Willem werden in resp. 1843 en 1851 aangesteld als gildemeester.
Op 27-11-1843 wendde Dirk Veer zich tot de Kamer van Koophandel om toestemming te krijgen een weekbeurtvaart te beginnen van Kampen op Zaandam en Alkmaar:
"Aan den Kamer van Koophandel en Fabrijken te Kampen! Wel Edele Heeren! Geeft met alle eerbied te kennen, Dirk Veer, van beroep schipper, geboren en wonende te Kampen. Dat hij reqt. reeds sedert vele jaren als schipper gevarende hebbende, van een behoorlijk vaartuig, zoowel voor passagiers als voor goederen is voorzien, bij hem het denkbeeld is ontstaan tot het daarstellen en waarnemen eener Weekbeurtvaart van deze Stad op Zaandam, Alkmaar en V.V., te beginnen met de maand Februarij, en te eindigen met het begin der maand December, en wel des dingsdags morgens te tien ure van Kampen, om de 14 dagen en vrijdag 's morgens ten acht uren van Alkmaar en alle Zaturdagen 's morgens ten elf uren van Zaandam. Kampen, 27 November 1843. Dirk Veer."
Er volgde een briefwisseling tussen de Kamer van Koophandel en de gemeente Kampen, en vervolgens tussen Kampen en Alkmaar. Op 9-2-1844 werd Dirk door B&W van Kampen aangesteld als beurtman op Alkmaar en de Zaan. Dat werk zou hij blijven doen tot zijn dood in 1866. Tussen 1 februari en 1 december vertrok hij elke dinsdagmorgen om tien uur, de ene week naar Zaandam en de volgende week naar Alkmaar via Zaandam. De thuiskomst uit Alkmaar was vrijdagochten om 8 uur, en uit Zaandam zaterdagochtend om 11 uur. Dirk kreeg bij zijn aanstelling een uitgebreide tarievenlijst overhandigd, en bovendien een reglement waaruit o.a. bleek dat hij een in alle opzichten goed en geschikt zeilschip moest hebben, dat elk jaar ge?nspecteerd zou worden. De naam van de plaats van afvaart moest met grote letters in witte verf v??r op het schip goed zichtbaar aangebracht zijn. Hij moest f. 500 borg betalen voor eventuele schade.
Advertentie: "Berigt aan den Handel. De ondergeteekende berigt mits dezen, aan den geachten Handelstand, dat hij van af den 20 Februarij, elken Dingsdag in eene geregelde Beurt vaart naar Zaandam en Alkmaar, van waar hij iederen Zaturdag weder van hier vertrekt. Verzoekt beleefdelijk een ieders gunst. Kampen, den 19den Februarij 1844. Dirk Veer."
In mei 1850 verzocht Dirk Veer aan de Kamer van Koophandel om toestemming de marktschipper H. Koster te gaan assisteren op de beurtvaart van Kampen via Sneek en Leeuwarden naar Groningen en vandaar weer terug naar Kampen, en bovendien van Kampen op Harderwijk en Amersfoort en vandaar weer terug naar Kampen. Koster voer telkens twee weken en dan een week niet, en die ontbrekende week wilde Dirk voor zijn rekening nemen. Het is onduidelijk of hij lang op deze route gevaren heeft, want een toestemming of afwijzing is niet te vinden.
Dirk had als schipper een knecht in dienst. Dat bleek uit een voorval in 1847, waarbij uit het vooronder van zijn schip een diefstal van kledingstukken plaats vond. Het ging om kleding van zijn knecht Pieter Diender. Na aangifte van diefstal werden de daders door de politie gepakt. In 1851 kreeg Dirk zelf een proces-verbaal in Kampen, omdat hij niet voldaan had "aan de her-ijk van zijne maten en gewigten."
Hij stierf in 1866 op zijn schip De Twee Gezusters ten gevolge van cholera. Vanwege zijn ziekte werd hij werd begraven op de algemene begraafplaats De Sandberg, en niet op de r.k. begraafplaats. Het Schippersgilde betaalde f. 12 aan de weduwe van Dirk Veer voor de doodskist van haar man.
Volgens zijn overlijdensakte was Dirk Veer 64 jaar oud, geboren en wonende in Kampen, schipper, gehuwd met Hendrina Veltman, zoon van wijlen Willem Veer en Maria Schanekamp. Hij overleed in Kampen, aan boord van het schip "De Twee Gebroeders", liggende in de Buitenhaven in Kampen. Aangifte werd gedaan door de 61-jarige Hendrik Gerrit Bouhuis, en de 38-jarige Jacobus Marinus de Wolf, aansprekers, wonende in Kampen, onverwant.
In een notari?le akte, opgemaakt na de dood van Dirk, staat een uitvoerige boedelbeschrijving, waaronder een eikenhouten bureau, sieraden en een zilveren tabaksdoos. Er blijkt ook uit dat de zonen Willem en Bernardus geld geleend hebben van hun vader: Willem f. 487 voor de aankoop van een tjalkje, en Bernardus f. 789,95. Verder is er nog een hypotheek-schuld van f. 2200 aan wijlen de weduwe Last. Dirk blijkt in het bezit geweest te zijn van een overdekte tjalk genaamd De Twee gezusters, groot ruim 80 ton, ter waarde van f 2675. Uit deze boedelbeschrijving blijkt dat Hendrina op dat moment alleen de boven-achterkamer van het huis aan de Oudestraat bewoonde, dat al sinds 1836 in eigendom is. Het overige deel van het huis was verhuurd aan kleermaker De Wolf en zadelmaker Van Beek voor f. 175 per jaar, en aan de weduwe Schrijnwerker voor f. 70 per jaar.
Maria Veer, de jongste dochter, werd in 1875 weduwe en kwam toen met haar kinderen bij haar moeder Hendrina Veltman inwonen. Ze staat op het kadaster zelfs als eigenaar te boek, en als winkelierster. Mogelijk liet Hendrina Veltman haar dochter Maria in haar huis wonen, en verhuisde ze zelf naar haar andere dochter Kristina Reiniera, die op het adres Oudestraat 437, wijk 2 woonde (in ieder geval woonde ze daar in 1879-1882).
Na de dood van Hendrina werd het ouderlijk huis op 17-10-1883 door de erven Veer voor f. 5000 verkocht aan Cornelis Vlees. Het benedengedeelte is nog verhuurd aan A. van der Werf voor f. 6 per week.
Zie: Familiegeschiedenis Veer uit Schokland, Kampen en Alkmaar, door Wim Veer en Els Veer-Hanneman (2009).
Dirk married Hendrina Veltman on 30 Oct 1828 in Kampen. Hendrina was christened on 12 Nov 1800 in Oud-Zevenaar,ge,NLD; died on 28 May 1882 in Kampen. [Group Sheet] [Family Chart]
|