Notes |
- Kees Veer ging na de lagere school en een leerperiode als timmerman werken bij orgelbouwer Pels. Toen zijn moeder in 1917 stierf werd hij bij zijn oom Dirk Veer en tante Agie in caf? de Raaf aan de Breedstraat geplaatst, maar daar voelde hij zich niet thuis. Na de dood van zijn vader in 1922 liep hij daar weg en ging terug naar het ouderlijk huis aan het Groot-Nieuwland, waar hij het moederziel alleen een week uithield, totdat de Kinderbescherming ingreep en hem plaatste in het gezin van zijn tante Dien Vaske-Veer op het Verdronkenoord 90. Daar woonde zijn broertje Dirk ook al. Oom Hendrik Vaske werd op 11-4-1923 oficieel hun voogd. Kees en Dirk kregen ondersteuning omdat ze wezen waren. Ze staan op de bedelingslijst van het "Roomsch Armencomptoir". Opa Kos droeg ook iets bij aan de financi?n.
Na een half jaar verhuisde hij naar Jan Overman, die getrouwd was met Ko Veer, een dochter van zijn oom Dirk Veer. Hij bleef hier 4 jaar, en vervolgens woonde hij op kamers bij de weduwe Zut tot zijn trouwen in 1933.
Na zijn huwelijk woonde hij ruim 14 jaar naast zijn broer Dirk, op de Schermerweg.
Bij zijn 40-jarig jubileum in 1967 bij orgelfabriek Pels werd hij onderscheiden met een lintje en kreeg hij een gouden horloge. Op 68-jarige leeftijd stierf hij tengevolge van stoflongen, opgelopen door een leven lang werken in een stoffige werkplaats.
(Bron: Familiegeschiedenis Veer uit Schokland, Kampen en Alkmaar, door Wim Veer en Els Veer-Hanneman, 2009)
|