Notes |
- Archief Delft, DTB Dopen
Collectie Doop-, Trouw- en Begraafboeken van Delft, Delft, archief 14, inventarisnummer 00147, Doopboek Gerecht met de namen van gedoopten van alle gezindten, 1792 augustus 1 - 1811 juli 7, folio 183
- Uit het eerste huwelijk had Parker onder anderen de volgende zoon: mr. Willem Parker de Ruyter du Rocher van Renais (1804-1859), officier van justitie te Hoorn, gedoopt als Wilhem Parker. Bij het KB van 1817 kreeg hij dus naamstoevoeging tot De Ruyter Rocher. Tot 1825 bezat hij een goed met de naam Renais in Bretagne, vandaar de toevoeging de la Renais (of: van Renais). Bij KB van 18 juni 1846 werd deze Willem Parker de Ruyter du Rocher van Renais verheven in de Nederlandse adel waardoor hij het predicaat jonkheer kreeg; hij werd verheven onder de clausule van inlijving. Die inlijving zou gebaseerd zijn op oude Franse adellijke afstamming, blijkend uit het voorvoegsel du in du Rocher. Bij koninklijke disponitie van 7 juli 1849 werd die verheffing aangehouden, op basis van een vermoede vervalsing door Rocher van zijn doopakte waarbij hij het voorvoegsel du had toegevoegd. Hierdoor behoorden hij en zijn eventuele nageslacht sinds de dispositie van 1849 niet meer tot de Nederlandse adel.
- Over bet voeren der vereenijrde geslachtsnamen
de Wildt en de Ruyter,
door EDUARD VAN BIEMA.
In 1905 deelde ik in dit Maandblad (DNL 1907 jaargang 25) (XVIII, 153), den tekst mede van een in 1816 door Jacoba Maria Parker, huisvrouw van Jacobus de Wildt, oud R. C.
priester, destijds wijnkooper te Nieuw-Amstel, tot Koning
Willem I gericht verzoekschrift. Tevens gaf ik den in -
houd van het ter zake van dit verzoekschrift van burgemeesteren van Amsterdam ingewonnen advies, alsmede
eene genealogische tabel waaruit kon blijken, hoe deze
Jacoba Maria Parker afstamde van den admiraal de Ruyter.
Bij een later onderzoek kwamen mij stukken in handen,
.die bewijzen dat op de gedane aanvrage gedeeltelijk eene
gunstige beschikking is gevolgd. Deze twee stukken laat
ik hieronder in extenso volgen
'sGravenhage, den 7 October 1817 Ik geve mij de eer hiernevens aan Uw Ed. Acht. tot Uwe informatie t j doen toekomen een afschrift van Zijner Majesteits besluit van den 23 September, Litt. n°. 4, houdende Hoogst derzelver dispositie op de Requeste van Jacoba Maria Parker, gehuwd met Jacobus De Wildt wonende te Amsterdam, verzocht hebbende, zoo voor haren man als voor hare kinderen, om te mogen voeren den naam van Parker de Ruyter, mitsgaders het wapen van den
Admiraal de Ruyter, en voorts om in den adelstand te
mogen worden verheven, aan den inhoud van welk besluit
ik mij kortheidshalve gedrage.
De Minister van Justitie,
van Maanen.
-----------------------------------------
Aan Heeren Burgemeesteren
der Stad Amsterdam.
23 September 1817.
Litt. n°. 4.
Wij WILLEM , etc.
Op de requeste van Jacoba Maria Parker, eerst weduwe van René Christiaan Rocher, thans gehuwd met Jacobus
De Wildt, wonende te Amsterdam, houdende verzoek zoo voor haren man als hare kinderen, om te mogen voeren
den naam van Parker De Ruyter, mitsgaders het wapen van den Admiraal De Ruyter, en voorts verheffing in
den adelstand, Gezi en het rapport van den Hoogen Raad van Adel van den 19 November 1816, n°. 702/187,
Gelet op het rapport van onzen Minister van Justitie van den 27" December 1816 Litt. M M M. Hebben goedgevonden en verstaan :
1°. het eerste verzoek van de suppliante, voor zoo veel den naam van De Ruyter betreft, toe te staan, onder
voorwaarden dat in alles zal worden voldaan aan het bepaalde bij art. 6, 7 en 8 der Wet van den lle Germinal XI. jaar,
ten opzichte van de tijdsbepaling en de plaatsing in de Staats-Courant van den zakelgken inhoud van dit ons besluit,
als mede dat zij nimmer den naam van de Ruyter alleen aan haar zoon of zoons zal kunnen doen dragen, maar dezen altoos
doen volgen door hunnen vaderlijken familienaam.
2°. het verzoek om het wapen van den Admiraal De Ruyter te mogen voeren in te willigen, zooals geschiedt
bij deze
3°. te difficulteeren in het verzoek om den naam van` Parker door haren man en kinderen te doen dragen,
alsmede in derzelver verheffing tot den adelstand. En zal afschrift dezes worden gezonden aan onzen
Minister van Justitie, aan den Hoogen Raad van Adel en aan de Rekestrante, tot informatie en narigt.
Brussel den 23 September 1817.
(geteekend) Willem.
Van wege den Koning,
(geteekend) A. R. Falck.
Accordeert met deszelfs origineel.
De Griffier ter Staats Secretarie,
(geteekend) D'Hamecourt, 1. g.
Voor kopij conform,
H. Olivier.
|